In dit artikel leggen wij uit hoe je een IPv4- en IPv6-adres statisch instelt en hoe je extra IP-adressen aan je Windows-VPS toevoegt.
Je kunt enkel IP-adressen toevoegen bij een statische configuratie (en niet via DHCP). Stap 1/tm 7 van ieder onderdeel laat zien hoe je je primaire IP-adres statisch instelt en vanaf stap 8 en verder wordt vervolgens uitgelegd hoe je eventueel extra IP-adressen toevoegt.
Voor het toevoegen van een IPv4- of IPv6-adres aan een Linux VPS klik hier.
- Deze handleiding gaat over publieke IP-adressen. In deze handleiding vind je meer informatie over het instellen van interne adressen (voor je private network).
- Bij een VPS zit standaard één IPv4-adres inbegrepen, maar je kunt dit bij X1-X8 VPS'en uitbreiden naar maximaal 10 IPv4-adressen via het controlepaneel. Voor PerformanceVPS'en, en X16-VPS en groter geldt een limiet van maximaal 20 IPv4-adressen.
- Voor het geval dat een eventuele misconfiguratie je VPS onbereikbaar maakt, kun je het beste eerst een snapshot maken.
In dit artikel worden de volgende onderwerpen behandeld:
Het toevoegen van een extra IPv4- of IPv6-adres aan je VPS:
- Een extra IPv4-adres bestellen in het controlepaneel.
- Een extra IPv6-adres aanmaken in het controlepaneel.
Het configuren van het extra IPv4- of IPv6-adres op je VPS:
Windows Server 2008:
Windows Server 2012:
Windows Server 2016:
Windows Server 2019:
Een IPv4-adres bestellen
Bij een VPS zit standaard 1 IPv4-adres inbegrepen, maar je kunt dit uitbreiden naar maximaal 10 IPv4-adressen via het controlepaneel. Voor de VPSen uit de PRO-serie geldt een limiet van maximaal 20 IPv4-adressen.
Stap 1
Log in op je controlepaneel, ga naar het tabblad 'BladeVPS'-tab en klik op de naam van je VPS.
Stap 2
Klik op 'Beheren' bovenaan rechts, gevolg door 'Netwerkinformatie'.
Stap 3
Je krijgt een overizcht van je IP-adressen te zien. Klik op 'Vraag een IPv4-adres aan' om extra IP-adressen voor je VPS te bestellen.
IP-adressen worden automatisch toegekend op basis van de beschikbare IP's in de 'pool' van fysieke blade. Je kunt dus een opvolgend IP-adres krijgen in exact dezelfde IP-range, maar deze kan ook totaal afwijken.
Hoe voeg ik een IPv6-adres toe in het controlepaneel?
Elke VPS heeft standaard een /64 IPv6-range tot zijn beschikking, waar naar eigen wens IP-adressen uit kunnen worden toegevoegd. Een /64 IPv6-range bevat in totaal 18,446,744,073,709,551,616 IP-adressen, dus de kans is vrij klein dat je er niet genoeg hebt!
Stap 1
Log in op je controlepaneel, ga naar het tabblad 'BladeVPS'-tab en klik op de naam van je VPS.
Stap 2
Klik op 'Beheren' bovenaan rechts, gevolg door 'Netwerkinformatie'.
Stap 3
Je krijgt een overizcht van je IP-adressen te zien. Klik op 'Voeg een nieuw IPv6-adres toe' om extra IP-adressen voor je VPS te bestellen.
Stap 4
Vul het gewenste IPv6-adres in en klik op 'Maak een IPv6-adres aan'. Mail je vanaf je VPS? Stel dan ook direct alvast de reverse DNS in.
Windows Server 2008
Stap 1
Maak een verbinding via de VPS-console of via RDP met de VPS en log in als administrator.
Stap 2Eenmaal ingelogd klik je op start om naar het Control Panel te gaan.
Stap 3Vervolgens klik je op 'View network status and tasks' onder 'Network and Internet'.
Stap 4Vervolgens klik je op 'Change adapter settings'.
Stap 5Vervolgens klik je met de rechtermuisknop op 'Local Area Connection' en klik je vervolgens op 'Properties' in het pop-up scherm.
Stap 6In het overzicht dat verschijnt klik je op 'Internet Protocol Version 4' en klik je vervolgens op 'Properties' er rechts onder.
Stap 7
Standaard zal DHCP hier ingeschakeld staan, maar omdat dit alleen maar werkt voor het eerste IPv4-adres, stel je eerst je primaire IP statisch in.
Zet de optie op 'Use the following IP address' en vul hier de gegevens van je IP-adres in welke je in het controlepaneel kunt terugvinden onder 'Beheren' > 'Netwerkinformatie'.
Daarnaast zul je handmatig de resolvers moeten instellen, wat al het geval is indien je van bijvoorbeeld de Google resolvers (8.8.8.8) gebruik maakt. Ook de informatie van de TransIP resolvers is terug te vinden in het controlepaneel.
Zet alvast een vinkje te zetten voor 'Validate settings upon exit'. Hierdoor zal straks de networkconfiguratie door Windows Server getest worden bij het opslaan.Wil je enkel je IP-adres statisch instellen? Klik dan twee maal op 'Ok'. Je bent dan klaar met deze handleiding. Wil je extra IPv4-adressen toevoegen, klik dan op 'Advanced' en ga naar de volgende stap.
Stap 8In dit scherm van Advanced TCP/IP Settings klik je op 'Add...' om een nieuw IP toe te voegen. Let er goed op dat je het subnetmask op 255.255.255.0 zet om te voorkomen dat je IP's in het zelfde netwerk niet kunt bereiken.
Klik op 'Add' om het IP toe te voegen.
Stap 9Het extra IP-adres staat nu in het overzicht van IP-adressen, mocht je nog meer IP's willen toevoegen dan herhaal je bovenstaande stap.
Nu klik je op Ok om de wijzigingen op te slaan.
Stap 10Klik nu in het scherm 'Internet Protocol Version 4 Properties' nogmaals op 'Ok' en vergeet niet de Validate settings upon exit-optie aan te zetten.
Windows gaat nu de configuratie testen en het IP is hiermee aan de netwerkinterfaces toegevoegd.
Het testen van het IP-adres is lastiger, omdat standaard ping (icmp) uitgeschakeld is in de Windows Firewall. Op deze website kun je terugvinden hoe je dit eventueel kunt inschakelen.
Als je dat ingeschakeld hebt kun je of dit IP-adres testen door vanaf een andere computer / IP een ping uit te voeren, maar mocht je kunt dit bijvoorbeeld ook via onze website testen.
Stap 1
Maak een verbinding via de VPS-console of via RDP met de VPS en log in als administrator.
Stap 2Eenmaal ingelogd klik je op start om naar het Control Panel te gaan.
Stap 3
Vervolgens klik je op 'View network status and tasks' onder 'Network and Internet'.
Stap 4Vervolgens klik je op 'Change adapter settings'.
Stap 5Vervolgens klik je met de rechtermuisknop op 'Ethernet' en klik je vervolgens op 'Properties' in het pop-up scherm.
Stap 6In het overzicht dat verschijnt klik je op 'Internet Protocol Version 6' en klik je vervolgens op 'Properties' er rechts onder.
Stap 7
Standaard zal het primaire IPv6 adres al statisch zijn ingesteld. Mocht dit nog niet het geval zijn, zet dan optie op 'Use the following IP address' en vul hier de gegevens van je IP-adres in welke je in het controlepaneel kunt terugvinden onder 'Beheren' > 'Netwerkinformatie'.
Zet de optie op 'Use the following IP address' en vul hier de gegevens van je IP-adres in welke je in het controlepaneel kunt terugvinden onder 'Beheren' > 'Netwerkinformatie'.
Daarnaast zul je handmatig de resolvers moeten instellen, wat al het geval is indien je van bijvoorbeeld de Google resolvers (8.8.8.8) gebruik maakt. Ook de informatie van de TransIP resolvers is terug te vinden in het controlepaneel.
Zet alvast een vinkje te zetten voor 'Validate settings upon exit'. Hierdoor zal straks de networkconfiguratie door Windows Server getest worden bij het opslaan.Wil je enkel je IP-adres statisch instellen? Klik dan twee maal op 'Ok'. Je bent dan klaar met deze handleiding. Wil je extra IPv4-adressen toevoegen, klik dan op 'Advanced' en ga naar de volgende stap.
Stap 8In dit scherm van 'Advanced TCP/IP Settings' klik je op 'Add...' om een nieuw IP toe te voegen.
Stap 9Voeg hier het extra IPv6-adres toe. Let er goed op dat je subnet prefix length op 48 zet om te voorkomen dat je IP's in het zelfde netwerk niet kunt bereiken.
Klik op 'Add' om het IP toe te voegen.
Stap 10Het extra IP-adres staat nu in het overzicht van IP-adressen, mocht je nog meer IP's willen toevoegen dan herhaal je bovenstaande stap.
Klik op 'Ok' om de wijzigingen op te slaan.
Stap 11Klik nu in het scherm 'Internet Protocol Version 6 Properties' nogmaals op 'Ok' en vergeet niet de Validate settings upon exit-optie aan te zetten.
Windows gaat nu de configuratie testen en het IP is hiermee aan de netwerkinterfaces toegevoegd.
Het testen van het IP-adres is lastiger, omdat standaard ping (icmp) uitgeschakeld is in de Windows Firewall. Op deze website kun je terugvinden hoe je dit eventueel kunt inschakelen.
Windows Server 2012
Stap 1
Maak een verbinding via de VPS-console of via RDP met de VPS en log in als administrator.
Stap 2
Klik op de start-knop en ga naar het controlepaneel.
Stap 3
Klik op 'View network status and tasks'.
Stap 4
Klik links op 'Change adapter settings'.
Stap 5
Je krijgt nu een overzicht van je netwerkadapters te zien. Klik met de rechter knop op de primaire netwerkadapter gevolgd door 'properties'.
Stap 6
Klik op 'Internet Protocol Version 4 (TCP / IPv4)' gevolgd door 'Properties'.
Stap 7Standaard zal DHCP hier ingeschakeld staan, maar omdat dit alleen maar werkt voor het eerste IPv4-adres, stel je eerst je primaire IP statisch in.
Zet de optie op 'Use the following IP address' en vul hier de gegevens van je IP-adres in welke je in het controlepaneel kunt terugvinden onder 'Beheren' > 'Netwerkinformatie'.
Daarnaast zul je handmatig de resolvers moeten instellen, wat al het geval is indien je van bijvoorbeeld de Google resolvers (8.8.8.8) gebruik maakt. Ook de informatie van de TransIP resolvers is terug te vinden in het controlepaneel.
Zet alvast een vinkje te zetten voor 'Validate settings upon exit'. Hierdoor zal straks de networkconfiguratie door Windows Server getest worden bij het opslaan.Wil je enkel je IP-adres statisch instellen? Klik dan twee maal op 'Ok'. Je bent dan klaar met deze handleiding. Wil je extra IPv4-adressen toevoegen, klik dan op 'Advanced' en ga naar de volgende stap.
Stap 8
In het scherm 'Advanced TCP/IP Settings' klik je op 'Add...' om een nieuw IP toe te voegen. Let er goed op dat je het subnetmask op 255.255.255.0 zet om te voorkomen dat je IP's in het zelfde netwerk niet kunt bereiken.
Klik op 'Add' om het IP toe te voegen. Het extra IP-adres vind je in je controlepaneel
Stap 9
Het extra IP-adres staat nu in het overzicht van IP-adressen, mocht je nog meer IP's willen toevoegen dan herhaal je bovenstaande stap.
Klik wanneer je klaar bent op 'Ok' om de wijzigingen op te slaan.
Stap 10
Klik nu in het scherm 'Internet Protocol Version 4 Properties' nogmaals op 'Ok' en vergeet niet de 'Validate settings upon exit'-optie aan te zetten.
Windows gaat nu de configuratie testen en het IP is hiermee aan de netwerkinterfaces toegevoegd.Het testen van het IP-adres met een ping-opdracht is lastiger, omdat standaard ping (icmp) uitgeschakeld is in de Windows Firewall. Op deze website kun je terugvinden hoe je dit eventueel kunt inschakelen.
Als je dat ingeschakeld hebt kun je of dit IP-adres testen door vanaf een andere computer / IP een ping-test uit te voeren.
Stap 1
Maak een verbinding via de VPS-console of via RDP met de VPS en log in als administrator.
Stap 2
Klik op de start-knop en ga naar het controlepaneel.
Stap 3
Klik op 'View network status and tasks'.
Stap 4
Klik links op 'Change adapter settings'.
Stap 5
Je ziet nu een overzicht van je netwerkadapters. Klik met de rechter knop op je primaire netwerkadapter en klik 'properties'.
Stap 6
Klik op 'Internet Protocol Version 6 (TCP / IPv6)' gevolgd door 'Properties'.
Vervolgens klik je met de rechtermuisknop op 'Ethernet' en klik je vervolgens op 'Properties' in het pop-up scherm.
Stap 7Standaard zal het primaire IPv6 adres al statisch zijn ingesteld. Mocht dit nog niet het geval zijn, zet dan optie op 'Use the following IP address' en vul hier de gegevens van je IP-adres in welke je in het controlepaneel kunt terugvinden onder 'Beheren' > 'Netwerkinformatie'.
Zet de optie op 'Use the following IP address' en vul hier de gegevens van je IP-adres in welke je in het controlepaneel kunt terugvinden onder 'Beheren' > 'Netwerkinformatie'.
Daarnaast zul je handmatig de resolvers moeten instellen, wat al het geval is indien je van bijvoorbeeld de Google resolvers (8.8.8.8) gebruik maakt. Ook de informatie van de TransIP resolvers is terug te vinden in het controlepaneel.
Zet alvast een vinkje te zetten voor 'Validate settings upon exit'. Hierdoor zal straks de networkconfiguratie door Windows Server getest worden bij het opslaan.Wil je enkel je IP-adres statisch instellen? Klik dan twee maal op 'Ok'. Je bent dan klaar met deze handleiding. Wil je extra IPv4-adressen toevoegen, klik dan op 'Advanced' en ga naar de volgende stap.
Wanneer dit het geval is klik je op 'Advanced...'. Het is raadzaam om alvast een vinkje te zetten voor 'Validate settings upon exit'. Hierdoor zal straks de networkconfiguratie door Windows Server getest worden bij het opslaan.
Stap 8In het scherm van 'Advanced TCP/IP Settings' klik je op 'Add...' om een nieuw IP toe te voegen.
Je krijgt vervolgens een pop-up scherm waar je het nieuwe IPv6-adres kunt toevoegen.
Stap 9Voeg hier het extra IPv6-adres toe. Let er goed op dat je subnet prefix length op 48 zet om te voorkomen dat je IP's in het zelfde netwerk niet kunt bereiken.
Stap 10Het extra IP-adres staat nu in het overzicht van IP-adressen, mocht je nog meer IP's willen toevoegen dan herhaal je bovenstaande stap.
Klik op 'Ok' om de wijzigingen op te slaan.
Stap 11Klik nu in het scherm 'Internet Protocol Version 6 Properties' nogmaals op 'Ok' en vergeet niet de 'Validate settings upon exit'optie aan te zetten.
Windows gaat nu de configuratie testen en het IP is hiermee aan de netwerkinterfaces toegevoegd.
Het testen van het IP-adres met een ping-opdracht is lastiger, omdat standaard ping (icmp) uitgeschakeld is in de Windows Firewall. Op deze website kun je terugvinden hoe je dit eventueel kunt inschakelen.
Windows Server 2016
Stap 1
Maak een verbinding via de VPS-console of via RDP met de VPS en log in als administrator.
Stap 2
Klik op de start-knop en daarna op het instellingen-icoon om je controle paneel te openen.
Stap 3
Klik op 'Network & Internet'.
Stap 4
Klik in het midden op 'Change adapter options'.
Stap 5
Je ziet nu een overzicht van je netwerkadapters. Klik met de rechtermuisknop op 'Ethernet' en klik je vervolgens op 'Properties' in het pop-up scherm.
Stap 6In het overzicht dat verschijnt klik je op 'Internet Protocol Version 4' en vervolgens op 'Properties' er rechts onder.
Stap 7
Standaard zal DHCP hier ingeschakeld staan, maar omdat dit alleen maar werkt voor het eerste IPv4-adres, stel je eerst je primaire IP statisch in.
Zet de optie op 'Use the following IP address' en vul hier de gegevens van je IP-adres in welke je in het controlepaneel kunt terugvinden onder 'Beheren' > 'Netwerkinformatie'.
Daarnaast zul je handmatig de resolvers moeten instellen, wat al het geval is indien je van bijvoorbeeld de Google resolvers (8.8.8.8) gebruik maakt. Ook de informatie van de TransIP resolvers is terug te vinden in het controlepaneel.
Zet alvast een vinkje te zetten voor 'Validate settings upon exit'. Hierdoor zal straks de networkconfiguratie door Windows Server getest worden bij het opslaan.Wil je enkel je IP-adres statisch instellen? Klik dan twee maal op 'Ok'. Je bent dan klaar met deze handleiding. Wil je extra IPv4-adressen toevoegen, klik dan op 'Advanced' en ga naar de volgende stap.
Stap 8
In het scherm 'Advanced TCP/IP Settings' klik je op 'Add...' om een nieuw IP toe te voegen. Let er goed op dat je het subnetmask op 255.255.255.0 zet om te voorkomen dat je IP's in het zelfde netwerk niet kunt bereiken.
Klik op 'Add' om het IP toe te voegen.Stap 9
Het extra IP-adres staat nu in het overzicht van IP-adressen, mocht je nog meer IP's willen toevoegen dan herhaal je bovenstaande stap.
Nu klik je op 'Ok' om de wijzigingen op te slaan.
Stap 10
Klik nu in het scherm 'Internet Protocol Version 4 Properties' nogmaals op 'Ok' en vergeet niet de 'Validate settings upon exit'-optie aan te zetten.
Stap 1
Maak een verbinding via de VPS-console of via RDP met de VPS en log in als administrator.
Stap 2
Klik op de start-knop en daarna op het instellingen-icoon om je controle paneel te openen.
Stap 3
Klik op 'Network & Internet'.
Stap 4Klik in het midden op 'Change adapter options'.
Stap 5
Je ziet nu een overzicht van je netwerkadapters. Klik met de rechtermuisknop op 'Ethernet' en klik je vervolgens op 'Properties' in het pop-up scherm.
Stap 6In het overzicht dat verschijnt klik je op 'Internet Protocol Version 6' en klik je vervolgens op 'Properties' er rechts onder.
Stap 7Standaard zal het primaire IPv6 adres al statisch zijn ingesteld. Mocht dit nog niet het geval zijn, zet dan optie op 'Use the following IP address' en vul hier de gegevens van je IP-adres in welke je in het controlepaneel kunt terugvinden onder 'Beheren' > 'Netwerkinformatie'.
Zet de optie op 'Use the following IP address' en vul hier de gegevens van je IP-adres in welke je in het controlepaneel kunt terugvinden onder 'Beheren' > 'Netwerkinformatie'.
Daarnaast zul je handmatig de resolvers moeten instellen, wat al het geval is indien je van bijvoorbeeld de Google resolvers (8.8.8.8) gebruik maakt. Ook de informatie van de TransIP resolvers is terug te vinden in het controlepaneel.
Zet alvast een vinkje te zetten voor 'Validate settings upon exit'. Hierdoor zal straks de networkconfiguratie door Windows Server getest worden bij het opslaan.Wil je enkel je IP-adres statisch instellen? Klik dan twee maal op 'Ok'. Je bent dan klaar met deze handleiding. Wil je extra IPv4-adressen toevoegen, klik dan op 'Advanced' en ga naar de volgende stap.
Stap 8In het scherm van 'Advanced TCP/IP Settings' klik je op 'Add...' om een nieuw IP toe te voegen.
Stap 9Voeg hier het extra IPv6-adres toe. Let er goed op dat je subnet prefix length op 48 zet om te voorkomen dat je IP's in het zelfde netwerk niet kunt bereiken.
Klik op 'Add' om het IP toe te voegen.
Stap 10Het extra IP-adres staat nu in het overzicht van IP-adressen, mocht je nog meer IP's willen toevoegen dan herhaal je bovenstaande stap.
Nu klik je op Ok om de wijzigingen op te slaan.
Stap 11Klik nu in het scherm 'Internet Protocol Version 6 Properties' nogmaals op 'Ok' en vergeet niet de 'Validate settings upon exit'optie aan te zetten.
Windows gaat nu de configuratie testen en het IP is hiermee aan de netwerkinterfaces toegevoegd.
Het testen van het IP-adres is lastiger, omdat standaard ping (icmp) uitgeschakeld is in de Windows Firewall. Op deze website kun je terugvinden hoe je dit eventueel kunt inschakelen.
Windows Server 2019
Stap 1
Maak een verbinding via de VPS-console of via RDP met de VPS en log in als administrator.
Stap 2
Klik op de start-knop en daarna op het instellingen-icoon om je controle paneel te openen.
Stap 3
Klik op 'Network & Internet'.
Stap 4
Klik in het midden op 'Change adapter options'.
Stap 5
Je ziet nu een overzicht van je netwerkadapters. Klik met de rechtermuisknop op 'Ethernet' en klik je vervolgens op 'Properties' in het pop-up scherm.
Stap 6In het overzicht dat verschijnt klik je op 'Internet Protocol Version 4' en vervolgens op 'Properties' er rechts onder.
Stap 7
Standaard zal DHCP hier ingeschakeld staan, maar omdat dit alleen maar werkt voor het eerste IPv4-adres, stel je eerst je primaire IP statisch in.
Zet de optie op 'Use the following IP address' en vul hier de gegevens van je IP-adres in welke je in het controlepaneel kunt terugvinden onder 'Beheren' > 'Netwerkinformatie'.
Daarnaast zul je handmatig de resolvers moeten instellen, wat al het geval is indien je van bijvoorbeeld de Google resolvers (8.8.8.8) gebruik maakt. Ook de informatie van de TransIP resolvers is terug te vinden in het controlepaneel.
Zet alvast een vinkje te zetten voor 'Validate settings upon exit'. Hierdoor zal straks de networkconfiguratie door Windows Server getest worden bij het opslaan.Wil je enkel je IP-adres statisch instellen? Klik dan twee maal op 'Ok'. Je bent dan klaar met deze handleiding. Wil je extra IPv4-adressen toevoegen, klik dan op 'Advanced' en ga naar de volgende stap.
Stap 8
In het scherm 'Advanced TCP/IP Settings' klik je op 'Add...' om een nieuw IP toe te voegen. Let er goed op dat je het subnetmask op 255.255.255.0 zet om te voorkomen dat je IP's in het zelfde netwerk niet kunt bereiken.
Klik op 'Add' om het IP toe te voegen.Stap 9
Het extra IP-adres staat nu in het overzicht van IP-adressen, mocht je nog meer IP's willen toevoegen dan herhaal je bovenstaande stap.
Nu klik je op 'Ok' om de wijzigingen op te slaan.
Stap 10
Klik nu in het scherm 'Internet Protocol Version 4 Properties' nogmaals op 'Ok' en vergeet niet de 'Validate settings upon exit'-optie aan te zetten.
Windows gaat nu de configuratie testen en het IP is hiermee aan de netwerkinterfaces toegevoegd.Het testen van het IP-adres is lastiger, omdat standaard ping (icmp) uitgeschakeld is in de Windows Firewall. Op deze website kun je terugvinden hoe je dit eventueel kunt inschakelen.
Als je dat ingeschakeld hebt kun je of dit IP-adres testen door vanaf een andere computer / IP een ping-test uit te voeren.
Stap 1
Maak een verbinding via de VPS-console of via RDP met de VPS en log in als administrator.
Stap 2
Klik op de start-knop en daarna op het instellingen-icoon om je controle paneel te openen.
Stap 3
Klik op 'Network & Internet'.
Stap 4Klik in het midden op 'Change adapter options'.
Stap 5
Je ziet nu een overzicht van je netwerkadapters. Klik met de rechtermuisknop op 'Ethernet' en klik je vervolgens op 'Properties' in het pop-up scherm.
Stap 6In het overzicht dat verschijnt klik je op 'Internet Protocol Version 6' en klik je vervolgens op 'Properties' er rechts onder.
Stap 7Standaard zal het primaire IPv6 adres al statisch zijn ingesteld. Mocht dit nog niet het geval zijn, zet dan optie op 'Use the following IP address' en vul hier de gegevens van je IP-adres in welke je in het controlepaneel kunt terugvinden onder 'Beheren' > 'Netwerkinformatie'.
Daarnaast zul je handmatig de resolvers moeten instellen, wat al het geval is indien je van bijvoorbeeld de Google resolvers (8.8.8.8) gebruik maakt. Ook de informatie van de TransIP resolvers is terug te vinden in het controlepaneel.
Zet alvast een vinkje te zetten voor 'Validate settings upon exit'. Hierdoor zal straks de networkconfiguratie door Windows Server getest worden bij het opslaan.Wil je enkel je IP-adres statisch instellen? Klik dan twee maal op 'Ok'. Je bent dan klaar met deze handleiding. Wil je extra IPv4-adressen toevoegen, klik dan op 'Advanced' en ga naar de volgende stap.
Stap 8In het scherm van 'Advanced TCP/IP Settings' klik je op 'Add...' om een nieuw IP toe te voegen.
Stap 9Voeg hier het extra IPv6-adres toe. Let er goed op dat je subnet prefix length op 48 zet om te voorkomen dat je IP's in het zelfde netwerk niet kunt bereiken.
Klik op 'Add' om het IP toe te voegen.
Stap 10Het extra IP-adres staat nu in het overzicht van IP-adressen, mocht je nog meer IP's willen toevoegen dan herhaal je bovenstaande stap.
Nu klik je op Ok om de wijzigingen op te slaan.
Stap 11Klik nu in het scherm 'Internet Protocol Version 6 Properties' nogmaals op 'Ok' en vergeet niet de 'Validate settings upon exit'optie aan te zetten.
Windows gaat nu de configuratie testen en het IP is hiermee aan de netwerkinterfaces toegevoegd.
Het testen van het IP-adres is lastiger, omdat standaard ping (icmp) uitgeschakeld is in de Windows Firewall. Op deze website kun je terugvinden hoe je dit eventueel kunt inschakelen.
Mocht je aan de hand van dit artikel nog vragen hebben, aarzel dan niet om onze supportafdeling te benaderen. Je kunt hen bereiken via de knop 'Neem contact op' onderaan deze pagina.
Wil je dit artikel met andere gebruikers bespreken, laat dan vooral een bericht achter onder 'Reacties'.
